Jurian Kosters woont, werkt en boert met zijn gezin in Duitsland. Toch heeft hij de banden met Nederland niet helemaal verbroken. Kosters, die in 1999 vanuit Lochem naar Duitsland emigreerde, is naast zijn werk als melkveehouder, agrarisch emigratie-makelaar. Hij begeleidt Nederlandse boeren bij de aankoop van een bedrijf in Duitsland en komt daarmee op menig boerenerf. Bij de bouw van zijn eigen stal nam hij zowel zijn Nederlandse achtergrond als zijn nieuwe Duitse thuisland in de overwegingen mee.
Kosters boert sinds 2002 op een bedrijf in Selsingen (deelstaat Nedersaksen). Na een aanloop met diverse verbouwingen van de oude stal en bijgebouwen, ontstond in 2009 het plan voor de nieuwe stal. “Door de wereldwijde crisis en de slechte melkprijs belandden de plannen in de ijskast”, vertelt Kosters. Pas in 2014 werd de aanvraag voor de bouwvergunning ingediend en in 2018 was de vergunning geheel rond.
“Een andere reden voor het doorschuiven van de plannen was de grondzekerheid. Om een financieel gezond bedrijf te kunnen opbouwen is het belangrijk dat je voldoende grond tot je beschikking hebt.” De pensionering van een veehouder in de buurt bood de mogelijkheid grond bij te kopen en zorgde uiteindelijk voor een versnelling en het definitieve startsein voor de nieuwbouw.
“In Nederland is arbeid duur en dat zie je op de Nederlandse boerenbedrijven terug. Er wordt altijd gekeken naar de efficiëntie.” Jurian Kosters, afkomstig van een gemengd bedrijf met melkvee, varkens en kippen, volgde geen agrarische opleiding. Zijn vader vertelde hem dat hij het boeren grotendeels van adviseurs zou kunnen leren. Een goed begrip van het economische aspect van de bedrijfsvoering, dat zou hem van pas komen in de toekomst. Jurian volgde de MEAO en deze achtergrond stelde hem in staat om zijn eigen ondernemingsplan voor de nieuwbouw te schrijven. Een ‘recht-toe-recht-aan-stal’ met veel licht en lucht, overzicht en korte looplijnen.
De stal werd gebouwd in 0-6-0 uitvoering met drie DeLaval melkrobots. “Ik vind het belangrijk dat de koeien in één groep lopen met meerdere robots. Mocht er een robot uitvallen dan kunnen de koeien alsnog gemolken worden. Dat is efficiënt.”
Ook bij de boxbedekking werd gekeken naar het arbeidsgemak. De keuze viel hierbij op een waterbed. “Diepstrooisel zou dagelijks een grote hoeveelheid arbeid of machinekosten met zich meebrengen”, redeneert Kosters. De insteek is juist om als ondernemer de minimaal mogelijke arbeid te verrichten. Bij de inrichting van de stal werd dan ook bewust gekeken naar de werkzaamheden die dagelijks terugkomen. “De stal is overzichtelijk doordat er weinig kolommen op de vloer staan. We gebruiken een eenvoudig voersysteem van maximaal 3 rantsoenen en het voerhek geeft ons voldoende mogelijkheden om het koppel vast te zetten of juist een enkele koe te separeren. Door het melken met de robot hebben we rust in de stal en uiteindelijk minder beschadigingen bij de koeien. Wel lopen we iets meer kans op onvolledige melking en melk uitliggen door het robot melken, maar de uitgelegen melk loopt mooi van het waterbed af.”
Met hulp van zijn vader en een medewerker worden op dit moment 175 koeien gemolken en staan er 25 droog. Maar liefst 57% van de koeien zijn vaarzen. “We hebben pasgeleden 40 vaarzen aangekocht. Zij waren geen melkrobot gewend maar ondertussen is de rust in het koppel teruggekeerd.” Met de nieuwe stal kan een groei worden gerealiseerd naar 220 stuks melkvee. Op dit moment zijn er dan ook 100 stuks jongvee op het bedrijf aanwezig. Het landwerk voor de 110 hectare wordt volledig uitbesteed.
Kosters heeft al twintig jaar een goede relatie met Spinder dealer Taute GmbH in Papenburg. “Het was dan ook logisch dat we voor de inrichting van de nieuwe stal met hen in gesprek gingen voor advies en een offerte. Als het product en het contact goed zijn dan blijf ik ook loyaal”. Op lokale beurzen werd nog wel op de stand van andere producenten gekeken maar de keuze voor Spinder werd hierdoor slechts bevestigd. De kwaliteit en de afwerking van het product gaven de doorslag.
“Het voerhek heeft nergens uitstekende delen. Je kunt er gemakkelijk overheen springen zonder dat je ergens pijnlijk aan blijft haken” zegt hij lachend. “En dan de bedieningshendel; deze kwaliteit en bedieningsgemak vind je bij andere merken niet.”
Een groot deel van de benodigde stalinrichting stond van te voren vast. De laatste details werden achteraf uitgewerkt. “De ligplaatsen en de voerhekken waren vooraf volledig ingetekend. Het verkeer in de stal was iets lastiger. De dealer gaf ons de mogelijkheid om de laatste details bij de montage nog uit te werken. Er werden een aantal extra afscheidingshekken aangeleverd waarbij de ongebruikte hekken retour naar de dealer konden.”
Kosters heeft voldoende redenen om tevreden te zijn over het project. Er staat een fraaie Hörmann stal met twee open zijkanten, veel licht en lucht. Naast de twee voerpaden en zes rijen ligboxen bevat de stal een tweetal strohokken en separatieruimte. Op de koeltank na zijn alle nodige machines opgesteld boven het inpandige kantoor, waardoor het erf ruim blijft. De succesvolle bouw vertaalt zich in rustige, gezonde koeien en een verhoging van de melkgift. Op dit moment melkt Kosters 9.300 liter met 4.2 % vet en 3.55% eiwit. Doelstelling is op efficiënte wijze door te groeien naar 10.000 liter.
Download de projectbeschrijving: