Zelf tracht hij hiervoor draagvlak te creëren bij monteurs en veehouders door het zichtbaar dragen van een gasdetectiemeter bij een bezoek in de stal, “maar er is nog veel werk” te verzetten. Timmermans nam vanuit de afdeling Veehouderijtechniek van Fedecom deel aan de werkgroep “Veilig werken in stal en omgeving”. Die werkgroep ging vorig jaar namens Fedecom op zoek naar passende apparatuur die monteurs en andere erfbetreders tijdig kan waarschuwen voor eventuele risicovolle situaties tijdens werkzaamheden in en om de stal. Veilig werken in (melkvee) stal en omgeving, of eigenlijk veilig omgaan met mestgassen, wint aan populariteit, maar is tegelijkertijd nog geen vanzelfsprekendheid.
Timmermans merkt dat bewustwording van de gevaren van de onzichtbare en vaak ook reukloze mestgassen de grootste uitdaging vormt. “Zo’n vaart zal het wel niet lopen, denkt menigeen. Toch schuilen de gevaren letterlijk in een klein hoekje.” Om zijn eigen monteurs te beschermen en bewust te maken van de gevaren, schafte hij na deelname aan de werkgroep enkel compacte draagbare multigasdetectors aan. “Elk Fedecom-lid kan deze met een aantrekkelijke korting aanschaffen bij Veiligheidstechniek Nederland (VTN).”
Mestgassen en dan met name het kleurloze waterstofsulfide (H25 en ook wel zwavelwaterstof genoemd) dat je bij lage concentraties aan rotte eieren doet denken, kunnen ondanks goede voorzorgsmaatregelen een echte sluipmoordenaar zijn. Zowel timmermans als melkveehouder Anton Stokman in Koudum (Fr.) merken )op, dat het vooral de ongeventileerde hoekjes dicht bij de vloer zijn waar mestgassen zich neigen op te hopen. “Maar ook boven een rooster en in een sleuf langs de weegvloer van de melkrobots in een van de twee robotruimtes schuilt gevaar vanwege het schoorsteeneffect”, zegt Stokman. De gassen en dampen vraten al eens koperen aansluitingen in de kast met elektronica kapot. Stokman pakte dat aan door via de compressor een lichte overdruk op de kasten te laten zetten.
Stokman doet veel proeven op zijn bedrijf met 280 melkkoeien en met regelmaat ook projecten waarbij overheidsinstanties en brandweer zijn betrokken zoals het project “Laat de gassen je niet verrassen”. “Bij één van de proeven stonden brandweermensen en ikzelf buiten, bij windkracht 8 op vijf meter afstand van de mestput terwijl een medewerker op de trekker met geopende achterruit aan het mixen was. Iedere betrokkene droeg een eigen gasdetectiemeter. Toen hij stopte met mixen gaven alle meters vlak daarna alarm zonde dat ook maar iemand gasvorming opmerkte. Wat bleek later: door te stoppen met mixen duwde een bepaalde hoeveelheid mest alle gassen uit de kelder. Dit was voor iedereen een complete verrassing.”
Volgens Timmermans vraagt bewustwording ook om standvastigheid bij monteurs van melkmachines, en – robots, mestschuiven en – robots, mestsilo’s en – tanken en ook bij de melkveehouder en zijn gezin. “Ik wil dat mijn monteurs standaard een gasdetectiemeter dragen bij erf- en stalbetreding en – werkzaamheden. Wat nu als die alarm geeft en mijn monteur kan niet aan het werk? Hoe reageert de veehouder daarop?” Volgens Stokman zijn melkveehouders zich terdege bewust van de gevaren van mestgassen en kan het dragen van een gasdetectiemeter op begrip rekenen en ook bijdragen aan bewustwording en onderkenning van de gevaren van mestgassen bij veehouders.
Timmermans kan zich voorstellen dat de (jaar) kosten van een goede gasdetectiemeter ondanks de Fedecom korting afschrikt. “Naast de aanschaf zijn er jaarlijkse kosten voor kalibratie en het eventueel vervangen van sensoren. Gerekend over een periode van zes jaar komen de gemiddelde jaarkosten uit op een bedrag van € 225,00 à € 250,00. Veiligheid mag dan wel geen prijs kennen, veilig omgaan met mestgassen hoeft niet duurder te zijn dan € 250,00 per jaar!”
Op de vraag of melkveehouders voor hun eigen veiligheid wellicht ook een gasdetectiemeter aan zouden schaffen, antwoordt Stokman zonder twijfel ja. “Cruciaal is wel de procedure rondom het gebruik ervan. Dat moet eenvoudig en haast vanzelfsprekend zijn.
Volgens Timmermans en Stokman zijn gasdetectiemeters op elke plek op een melkveebedrijf en rond mestsilo’s van toegevoegde waarde, maar vooral: