Jehannes Bottema, commercieel directeur bij Spinder

Bedrijf tussen traditioneel en modern

16 januari 2019

Grondige kennis, gedegen advies, eigenzinnige en duurzame producten, dat is waar Spinder Dairy Housing Concepts in Harkema voor staat. Het bedrijf is sinds 1973 producent en leverancier van stalinrichtingen, waarbij het welzijn van de koe, naast kwaliteit, een vooraanstaande rol speelt. “Onze stalinrichtingen zijn bestand tegen barre, woeste omstandigheden”, zegt commercieel directeur Jehannes Bottema met een glimlach. Waarmee hij eigenlijk bedoelt dat Spinder geen concessies doet aan de goede naam die het bedrijf in de afgelopen 45 jaar heeft opgebouwd.


"Voorraad is de kracht van ons bedrijf"

De standaard producten, die seriematig worden geproduceerd, levert Spinder uit voorraad en dat wordt door de markt op prijs gesteld. “Het is de kracht van ons bedrijf. We kunnen daardoor snel inspelen op de wensen van de klant.” Maar, in de afgelopen jaren wordt Spinder ook steeds gevraagd om met maatwerkoplossingen te komen.

“Dat is geen hoofdzaak voor ons, maar we zien daarin wel een uitdaging”, legt Bottema uit. “De klant waardeert het en het is voor ons ook een manier om te zien wat er speelt in de markt. Los daarvan houden we sowieso allerlei ontwikkelingen bij en spelen we daar zo goed mogelijk op in.” Zo zijn bijvoorbeeld de afmetingen van de ligboxen in de loop der jaren groter geworden, vanwege het feit dat de koe anno 2018 groter is dan in de jaren 70.


Optimale stallogistiek

Ook ontwikkelt Spinder eigenzinnige concepten, waarmee bijvoorbeeld een optimale stallogistiek wordt bereikt. “Daarbij kijken we naar het samenspel van de looplijnen en de activiteiten die in de stal plaatsvinden, zoals melken, voeren en rusten voor het kalf, jongvee en de volwassen koe”, geeft Bottema aan. “Uiteraard doen we dit in overleg met de boer, waarbij we streven naar optimale omstandigheden voor de boer en zijn vee.”

Hoewel Spinder jarenlang vooral voor de Nederlandse markt werkte, is sinds een paar jaar de focus op meer omzet vanuit het buitenland gericht. Bottema: “In eigen land hebben we veel werk en een goede naam, dat is prachtig. Zeker toen bekend werd dat het melkquotum werd afgeschaft, zijn veel boeren gaan investeren. Dat heeft ons in de periode 2011-2015 ontzettend veel werk opgeleverd. De dip kwam echter in 2016, toen de vraag ineens enorm terugliep. Die grilligheid heeft ons ertoe gebracht om ons fundament te verbreden met meer export. En dat begint te werken. Daarbij profiteren we ook van het feit dat veel veehouders de grens zijn overgetrokken, hun bedrijf verder ontwikkelen en daarin ligboxen en een voerhek van Spinder willen hebben. Zo zitten we inmiddels in alle ons omringende landen, maar gaat er ook regelmatig materiaal naar bijvoorbeeld Canada.”


Cuddle Box

Daarnaast is Spinder met nieuwe producten op de markt gekomen, zoals de Cuddle Box, een systeem dat na de geboorte  van een kalfje zorgt voor een eenvoudige en veilige interactie tussen koe, kalf en boer. Bovendien krijgt de natuurlijke band tussen koe en kalf dankzij deze box meer een functie. “We hebben hierbij samengewerkt met veeartsen en hebben zelfs een prijs gekregen voor de slimme oplossing die we voor dit probleem bedacht hebben.”

Zo zijn we constant bezig te zoeken naar oplossingen die bijdragen aan het welzijn van dier en mens, zonder daarbij in te leveren op kwaliteit, want dat staat bij alles wat we doen voorop.

Dat blijkt onder andere uit het feit dat boeren bij Spinder terugkomen, wanneer ze hun ligboxen willen vervangen voor bijvoorbeeld een groter formaat. “Zelf hebben we onlangs een hek uit 1976 teruggekocht, die een plekje krijgt in onze nieuwe fabriek in Drachten,” geeft Bottema aan.


Nieuwbouw

Op dit moment wordt er namelijk druk gebouwd op het Bedrijventerrein langs de A7. “We zitten nu in twee bedrijfsgebouwen en dat is niet ideaal. Daarnaast is alle vrachtverkeer binnen de bebouwde kom niet meer van deze tijd. We zijn daarom blij dat we in de zomer van 2019 gaan verhuizen. Dat begint aanvankelijk met het kantoorpersoneel, de expeditie en de montageafdeling en in het jaar dat volgt, zal de productie in fases worden overgeheveld. Daar mag de klant in elk geval niets van merken.”

Dat wordt nog een hele klus. Sommige machines worden nieuw aangeschaft, maar er gaan ook bestaande machines mee naar de nieuwe fabriek. “Dat moet dan allemaal opnieuw worden opgestart en daarom sorteren we daar nu al op voor”, legt Bottema uit. “Zo gaan we voorafgaand aan die periode een nog grotere voorraad aanleggen.” De nieuwe fabriek wordt vanzelfsprekend volgens de meest moderne standaarden ingericht. Bottema: “Klimaatbeheersing en ventilatie spelen daarin een belangrijke rol. Ik denk overigens dat het koelen van het gebouw straks meer inzet vergt dan het verwarmen.” Ook dacht men dat meer daglicht beter zou werken. Maar kennis die is opgedaan bij andere fabrieken heeft de directie doen besluiten vooral met ledverlichting te gaan werken.

Op de nieuwe locatie kan de productie worden verdubbeld. “Dat is uiteindelijk wel de bedoeling”, geeft Bottema aan. “We krijgen daar in elk geval de ruimte om keuzes te maken. We gaan groeien, dat is zeker en dat kunnen we op deze fantastische nieuwe locatie faciliteren. De toekomst van de melkveehouderij ziet er namelijk prima uit, is onze overtuiging. Helaas leidt onbegrip tussen de veehouder en een gedeelte van de maatschappij nogal eens tot tegenstellingen. Deze zijn echter minder groot dan je zou denken. Veehouderij als bedrijvigheid lijkt tegenover de emotie over dieren en landschap te staan, maar de veehouder houdt van zijn dieren en van het landschap, net als de burger. Zoek elkaar op en wees bereid naar elkaar te luisteren! Naast alle raakvlakken zal de burger dan vast begrijpen dat er ruimte moet zijn voor agrarisch ondernemen.”

Visie Magazine 2018 - uitgave van NDC Mediagroep